In het begin van de jaren zestig van de twintigste eeuw werd er in de gemeente Haarlem een ambtenaar voor jeugdzaken aangesteld. Zijn takenpakket werd zeer ruim geformuleerd, want er was in heel Nederland toen nog weinig kennis van jeugd binnen de gemeenten. Op zoek naar aandachtsgebieden kwam deze heer tot de conclusie dat er in de zomervakantie toch wel veel kinderen op straat speelden en niet op vakantie gingen. Dat was voor hem een aanknopingspunt om iets te gaan doen. Zijn idee: in de laatste weken van de zomervakantie moet er een activiteit zijn waar kinderen overdag iets kunnen doen. Laagdrempelig en voornamelijk gedraaid door vrijwilligers. In 1962 vond zo de eerste Stuif-Stuif plaats; een kleinschalige activiteit, volledig in de buitenlucht op het Doelenplein in het centrum van Haarlem.
De Stuif-Stuif bleek een succes, en na nog een jaar in de buitenlucht werd in 1964 een sporthal betrokken, om een groter aanbod neer te kunnen zetten en om de activiteiten een vaste structuur te geven. Mede door de grote toeloop van kinderen en financiële steun van de gemeente aan het begin van de jaren zeventig bleef de Stuif-Stuif groeien. Een grotere hal (de grootste die Haarlem bezat, de Kennemer Sporthal) werd betrokken en de Stuif-Stuif duurde drie weken. Vrijwilligers waren genoeg te vinden en de kinderen werden met gesponsorde bussen vanuit alle stadsdelen aangevoerd. Aantallen van meer dan tweeduizend kinderen per dag werden regelmatig gehaald.
In de jaren tachtig daalde het bezoekersaantal. De organisatie besloot het evenement in te korten naar twee weken en later ook een kleinere hal te zoeken, die dan wel centraler in de stad lag. De Beyneshal aan het stationsplein was voor iedere Haarlemmer makkelijk te bereiken. Vrijwel alle bussen hebben een halte op dit plein, en één minuut wandelen later sta je aan de poort van deze hal. Het enige nadeel van deze locatie was het gebrek aan buitenspeelruimte. Het plein voor de hal en een gedeelte van de parkeergarage er onder konden worden gebruikt, maar moesten ’s avonds wel weer leeg worden gemaakt. Begin jaren negentig zijn er nog verscheidene dagen geweest dat de Stuif-Stuif haar deuren moest sluiten voor nieuwe bezoekers omdat het maximumaantal toegestane bezoekers bereikt was.
Helaas zat het politieke klimaat de Stuif-Stuif in deze jaren niet meer mee. Gemeentelijke diensten moesten zelfstandiger worden en daardoor begon de huur van de Beyneshal (dienst sport, terwijl de Stuif-Stuif haar geld vanuit welzijn kreeg) langzaam op te lopen. Het subsidiebudget bleef gelijk of werd lager en ook het bezoekersaantal daalde geleidelijk.
In 1995 nam de werkgroep van de Stuif-Stuif het besluit uit te kijken naar een andere, beter geschikte locatie. De voormalige Ripperdakazerne net ten noorden van het station was toen een asielzoekerscentrum en had behoorlijk wat ruimtes leeg staan. In 1996 en 1997 bezochten weer ruim 6000 kinderen de Stuif-Stuif op deze locatie.
Al dan niet geïnspireerd door de Stuif-Stuif besloot de gemeente om de gebouwen, nadat het asielzoekerscentrum was gesloten, te verhuren en daarmee ging de Stuif-Stuif weer ‘on the move’. Onderdak werd gevonden bij sportvereniging TYBB, het huidige Olympia, die naast een grote sporthal ook diverse sportvelden heeft. Tot en met 2013 zat de Stuif-Stuif nog steeds op dit terrein, maar in 2014 verhuizen zij sinds lange tijd naar een nieuwe locatie, namelijk wijkcentrum de Ringvaart.
In de loop van de tijd zijn er een aantal organisaties geweest die als uitvoeringsstichting hebben gefungeerd, tegenwoordig is de Stuif-Stuif officieel een onderdeel van Stichting Stuif-Stuif. Voor het organiseren van de Stuif-Stuif zijn we altijd op zoek naar sponsors. De Stuif-Stuif is wat ons betreft nooit mooi genoeg, het kan altijd beter, maar je moet af en toe roeien met de riemen die je hebt. Ondanks de moeilijke tijden zijn we er toch altijd in geslaagd om een fantastisch feest neer te zetten en we zijn zeker van plan dat nog eens 60 jaar te doen!